In explosiegevaarlijke gebieden van de chemische industrie kunnen brandbare gassen of ontvlambaar stof aanzienlijke risico's opleveren. Het zoneconcept deelt explosiegevaarlijke gebieden in verschillende zones in op basis van hoe vaak en hoe lang een explosiegevaarlijke atmosfeer zich voordoet. Zone 0 (gasatmosfeer) of zone 20 (stof) beschrijft gebieden waar een explosiegevaarlijke atmosfeer continu of gedurende lange perioden aanwezig is, zoals in tanks met ontvlambare vloeistoffen. Zone 1 of 21 omvat gebieden waar onder normale bedrijfsomstandigheden af en toe een explosiegevaarlijke atmosfeer kan voorkomen, bijvoorbeeld bij ontluchtingsopeningen van installaties. Zone 2 of 22 heeft betrekking op gebieden waar een explosiegevaarlijke atmosfeer slechts zelden voorkomt en dan alleen nog maar kortstondig, zoals in de buurt van pompen. Dit zoneconcept wordt gebruikt om geschikte veiligheidsmaatregelen en typen instrumenten te bepalen die in de desbetreffende gebieden mogen worden gebruikt.
Sensoren van VEGA zijn uitgerust met beschermingsconcepten die deze gevaren tot een minimum helpen beperken:
VEGA-sensoren voldoen aan internationale normen zoals ATEX en IECEx en zijn geschikt voor gebruik in zone 0, 1 en 2. Hoogwaardige materialen zoals RVS en PTFE verhogen bovendien de bestendigheid tegen agressieve media.
De toenemende integratie van chemische installaties in netwerken, tot en met de productie (het veld) aan toe, brengt nieuwe uitdagingen met zich mee: cyberaanvallen kunnen niet alleen nadelige gevolgen hebben voor de gegevensbeveiliging, maar ook voor de bedrijfszekerheid.
VEGA werkt volgens een veiligheidsconcept op meerdere niveaus. Dit concept is bijvoorbeeld gerealiseerd in de VEGAPULS 6X, de nieuwste radarniveaumeter:
Een speciaal veiligheidsteam (PSIRT) zorgt er bij VEGA voor dat dreigingen snel worden herkend en dat er maatregelen in gang kunnen worden gezet.